Vuistbrede planken, duimdikke stijlen en grepen. Eén armlengte, negen duimen, een dubbele handspan, een vlakke hand en een cubit breed. Zes duimen, een kleine en een grote handspan, vier vingertoppen en een opgestoken duim hoog.

Deze opberg- en toonkast is het resultaat van een onderzoek naar oude en huidige maatsystemen en -verhoudingen, en de rol van het menselijk lichaam daarin. De kast is volledig opgebouwd uit mijn lichaamsmaten, die ik voel- en zichtbaar heb gemaakt. Het reliëf tussen ribben en vlakken, maakt de maatvoering ervaarbaar en toont de kast als architectonische structuur. 

Naast drie lades en legplanken achter twee deuren heeft de kast aantal bijzonderheden, die uitnodigen om het meubel als toonkast te gebruiken. Het bovendek is meervoudig inzetbaar, van vlakke legkast, tot een klein mini-mu

seum voor bijzondere of waardevolle dingen. Het linker bovenpaneel is uitneembaar en uitwisselbaar met een glazen plaat, dat de bovenste lade plots tot een vitrine maakt. Rechts achter zit een goot gevuld met blokken. Die blokken hebben een vlakke kant, zodat ze als sokkel kunnen dienen en een kant met een extra functie, als kandelaar, kaarthouder, stolpvoet. En natuurlijk kan een mooi kabinet niet zonder dubbele bodem en verborgen lade.